Sponsors

Spelregels

Bowlen kan vrijwel iedereen van jong tot oud. Het is niet heel complex. Om het speelplezier te verhogen volgen hier een paar aandachtspuntjes:

BOWLINGBAL

Gebruik een bal die niet te zwaar of te licht is. Let op de afstand van de gaten en de gaten mogen niet te ruim/krap zijn. De bal hou je vast met je duim, ring- en middelvinger. Je wijsvinger en pink leg je langs de bal heen.


AANLOOP & WORP

Uw startpositie is ongeveer 4 stappen vanaf het begin van de baan. Uw linkervoet is op het midden van de baan. De bal wordt met twee handen vastgehouden. De duim in de bal wijst recht naar voren.
- De 1e stap start met rechts en u laat de bal zakken.
- De 2e stap met links en de bal is nu op het onderste punt van de zwaai naar achter.
- De 3e stap met rechts en de bal is nu op het hoogste punt achter u.
- De 4e stap met links en de linkervoet laten glijden richting het begin van de baan. Tegelijkertijd swingt u de bal van uiterst achter naar voren en laat de bal los en wijst deze na.

 
PUNTENTELLING
Aan het eind van de baan staan 10 pins. Je moet proberen met de bal zoveel mogelijk pins om te gooien. Elke omgevallen pin is 1 punt.


X STRIKE
Gooi je in een keer alle tien pins om, dan is dat een spare. Je wint 10 punten, waarbij de punten van de volgende twee worpen wordt opgeteld. Je beurt gaat direct over.


/ SPARE
Gooi je niet alles in een keer om dan mag je nog een keer gooien. De machine geeft de 2e beurt aan. Als je in de 2e beurt de rest van de pins omgooit, dan is dat een spare. Je wint dan 10 punten, waarbij de punten van de volgende worp wordt opgeteld.